Studenten Restauratie Leidekker & Loodgieter leren materiaal lood snappen
26-1-2022 | In de opleiding Restauratie Leidekker & Loodgieter maken de studenten diverse werkstukken in lood, zoals een felsdak, een goot, een bol en loketten. Docent Joop Jansen wil de studenten laten ervaren wat je met lood kunt: “Je moet snappen hoe lood werkt. Dat begint al bij hoe je over lood praat. Lood klop je bijvoorbeeld niet, je drijft het. Dat is een wezenlijk verschil. Lood is een bijzonder materiaal, heel flexibel en zacht en dus buigbaar. Dat is een enorm voordeel ten opzichte van zink of koper.”
De studenten maakten tijdens de praktijklessen een loden felsdak op een torentje met gebogen dakvlakken. “Lood is daarvoor bijzonder geschikt vanwege de flexibiliteit van het materiaal. De loodslabben worden op hun plek gehouden met zinken klangen. Verder wordt er niks gespijkerd,”” vertelt Joop, “bij een fels haken twee gebogen randen van de loodslabben in elkaar. Dit geeft het materiaal de ruimte om met de temperatuur mee uit te zetten of te krimpen. Dat is nodig omdat op een mooie zomerdag op een loden dak de temperatuur kan oplopen tot zo’n 50 tot 60 graden Celsius. Bij een grenen dak, zoals in de praktijkles, wordt het lood rechtstreeks op het hout aangebracht. Bij monumenten kom je echter vaak eikenhouten constructies tegen waar een zuur in zit dat lood aantast. Dan dient een folie aangebracht te worden om het lood te beschermen.”
Loden bol
Het maken van een loden bol stelde de studenten voor een pittige uitdaging, vertelt Joop: “De bol bestaat uit twee helften die je later aan elkaar soldeert. Je drijft een loodslab om een houten bol. Door het drijven verplaats je het lood. Het lood moet overal even dik blijven anders sla je er gaten in. Tja, dat gebeurde natuurlijk. Niks erg want juist daar leer je van. Heb je er handigheid in, dan kun je door 4 tikken een bolvorm creëren.”
Loden loketten
Om loketten te kunnen maken leren de studenten lood te vouwen met een zetbank. Lood is zo flexibel dat je er net als met papier, bakjes van kunt vouwen, met de ezelsoren naar buiten of naar binnen. “Deze vaardigheid, die behoorlijk lastig is om onder de knie te krijgen, is nodig om loketten te kunnen maken”, licht Joop toe, “de echte vakman onderscheidt zich door zijn loketten te maken zonder knippen, solderen of lassen.” Met loketten maak je een waterdichte aansluiting rond schoorstenen of een dakkapel in een hellend dak. Zoals op de foto te zien, is een loket een hele constructie in het metselwerk waarvan je uiteindelijk aan de buitenzijde alleen een loden driehoek ziet.
Rijndekking
Eerder in de opleiding leerden de studenten de fijne kneepjes van de Maasdekking. Daarna kwam de Rijndekking, ook wel Duitse dekking genoemd, aan bod. Hierbij wordt gewerkt met geschubde leien. Deze leien worden in een schuine lijn geplaatst zodat de schubben mooi aansluiten, noodzakelijk om een waterdicht dak te verkrijgen. De studenten leren ook hoe ze een monnikskap in het leiwerk opnemen, hoe begin- en eindorten te plaatsen en hoe een goede nokafwerking te maken. Omdat leien in heel veel verschillende maten voorkomen, maken leidekkers de loden monnikskappen vaak zelf, precies passend bij het formaat van de lei waar ze op dat moment mee dekken.
Nog een paar lesdagen en dan ronden de studenten van de eerste lichting de opleiding af. Veel succes met de laatste loodjes, allemaal!
.
.
.
.